Overviewartikel MOOC Stedelijke innovatie door technologie
MOOC Stedelijke innovatie door technologie
Open data, big data, slimme toepassingen van algoritmes, Blockchain, Internet of Things, kunstmatige intelligentie: wat betekent dit voor de overheid? Zijn we in staat daarmee beter in te spelen op wensen en eisen van burgers en bedrijfsleven? De MOOC Stedelijke innovatie door technologie geeft inzicht in welke technologieën onze steden veranderen en wat dat betekent voor onze manier van leren, werken en leven. Deze MOOC is mogelijk gemaakt door Gemeente Amsterdam en het programma ‘Ambitie: excellent (lokaal) overheidsmanagement.’
Inzicht #1: Digitale innovatie in de hoofdstad
In inzicht #1 schetst Ger Baron, Chief Technology Officer van de Gemeente Amsterdam, hoe onze toekomst er met behulp van technologie uitziet: zelfrijdende auto’s, contactloos betalen, huisartsen die vervangen worden door tricorders, zoals Star Trek. Op zichzelf zijn deze ontwikkelingen niet bijzonder, aldus Baron. Ze passen in het rijtje van de aanleg van de waterleiding en de ontdekking van elektriciteit. Wat ze onderscheidend maakt is de onderliggende digitale technologie. Er zijn volgens Baron een aantal trend die in de ontwikkeling van de stad worden ingegeven door digitale technologie. Dat zijn:
– Van gemeente naar gemeenschap – Van lineair naar circulair – Van gesloten naar open – Van bezit naar delen – Van inschatting naar informatie – Van centraal naar decentraal – Van planning naar design
Wat kun je nu als overheid met nieuwe technologie? Het maakt een nieuwe manier van werken mogelijk. Bijvoorbeeld door vraagstukken in de markt te zetten en startups te vragen om ons te helpen. Ook is het mogelijk om in realtime de effecten van beleid te zien. Er zijn ook dingen die op ons afkomen, die we niet hebben voorzien. Zoals de economische effecten van Uber of sociale effecten in de zorg. De rol van de overheid is om basisvoorwaarden te scheppen en kaders te geven. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn. Hoe gaat de gemeente Amsterdam zelf om met de uitdagingen die nieuwe technologie stelt. Baron: ‘We proberen een gemeenschappelijk antwoord te vinden: op dit soort vraagstukken. Daarbij staan voorop: leren door te doen en durf te falen.’
Inzicht #2: Gijzeling in de digitale infrastructuur
In inzicht #2 vertelt Digicommissaris Bas Eenhoorn over de Generieke Digitale Infrastructuur, ‘die onder de motorkap van de digitale samenleving ligt.’ Het is een stelsel van basisregistraties, voorzieningen, standaarden voor interconnectiviteit en alles wat met identificatie en authenticatie te maken heeft. Zijn stelling is dat we onze digitale infrastructuur gebouwd hebben op verouderde principes, waar we nog lastig los van komen. Terwijl een digitale overheid nodig is die zich om mensen heen organiseert.
‘De Generieke Digitale Infrastructuur moet hier de basis voor leggen. We moeten ons als één digitale overheid organiseren waarbij de mens centraal staat. Een paar zaken kunnen ons helpen om de digitale overheid bij de tijd te houden. Ten eerste het realiseren van structurele financiering voor de digitale infrastructuur, door de overheid als één geheel. Daarnaast pleit ik voor een minister voor informatievoorziening, met geld en doorzettingsmacht. Verder is het belangrijk dat er meer bewustwording komt bij topambtenaren.
De overheid digitaal betekent volgens Eenhoorn:
- Regie op gegevens
- Eenmalig gegevensinvoer
- Elektronische identificatie en authenticatie
- Samenhangend dienstenaanbod beredeneerd vanuit de mens
En zo kan hij nog wel even doorgaan. Het is dus mogelijk om anders te denken en anders te doen. En om zelf een inspirerend voorbeeld te worden van een moderne democratie gebaseerd op nieuwe principes.
Inzicht #3: Urgentie, waarden en afwegingen
Agnes van Ardenne is lid van de Rli, de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en voorzitter van de raadscommissie die een Verkenning over technologische innovaties in de leefomgeving heeft uitgebracht. Er zitten veel technologische innovaties in de pijplijn, aldus Van Ardenne. ‘Wanneer welke innovaties zullen doorbreken, weten we niet. We weten wel, dat deze doorbraaktechnologieën onze manier van leven meer dan voorheen ingrijpend zullen veranderen. Dit stelt het adaptief vermogen van de overheid om te kunnen omgaan met technologische vernieuwingen enorm op de proef.’
Dat is wennen. ‘Overheden zijn gewend om bij transities het tempo van een bijsturende mammoettankers te gebruiken. Dit voldoet nu niet meer. De overheid dreigt hiermee de ‘zelfsturende speedboot’ te missen.’ Van Ardenne geeft daarom drie adviezen waarmee de overheid haar adaptieve vermogen kan vergroten. ‘Mijn eerste advies is: trek standaard samen op. De samenleving horizontaliseert, terwijl de overheid nog teveel in verticale schotten werkt. helpen financieren of anderszins tot stand brengen. Mijn tweede advies is: experimenteer meer. De overheid moet haar lerend vermogen vergroten, en daar helpen experimenten bij. Mijn derde advies is: kijk over grenzen heen. Onderwerpen raken elkaar. Langer zelfstandig wonen gaat niet alleen maar over wonen, maar ook over zelfredzaamheid, sociale contacten en zorg, groene buitenruimten, mobiliteit en dagbesteding.’
Afrondend stelt ze de vraag: ‘Welke structuren ga jij doorbreken en welke nieuwe verbindingen ga je leggen?’
Inzicht #4: Klaar voor exponentiële technologieën
In inzicht #4 spreekt Yuri van Geest, oprichter van de Singularity University en mede-auteur van Exponentiële organisaties, over exponentiële technologieën en het effect dat zij hebben op het functioneren van de overheid. ‘Exponentiële technologieën verdubbelen elke 18 maanden in capaciteit,’ legt hij uit. ‘In diezelfde tijd halveren – bij dezelfde functionaliteit – de kosten. Voorbeelden zijn nanotechnologie, neurotechnologie, kunstmatige intelligentie, robots, drones, zonne-energie.’ Wat betekenen deze technologieën voor de overheid? Hoe moet de overheid ermee omgaan met exponentiële en wat betekenen ze voor de overheid zelf?
De rol van de overheid neemt af, aldus Van Geest. ‘De burger neemt taken over en wordt CEO van zijn eigen zorg of zonne-energie. Om de ontwikkeling van exponentiële technologie te stimuleren moet de overheid freezones instellen, waarin meer ruimte is voor innovatie. Nu werken bestaande partijen vaak tegen om hun marktaandeel te beschermen. Verder is het belangrijk dat de overheid zich bewust wordt van het belang van exponentiële technologie en zijn personeelsbeleid daarop aanpast.’ Nu is de overheid vooral het domein van alfa’s en gamma’s en niet van techneuten. Ook de organisatiecultuur moet veranderen. ‘Deze is gericht op risico-eliminatie maar om te kunnen vernieuwen moeten risico’s en fouten worden omarmd.’
Inzicht #5: Future Gov in de praktijk
Programmamanagers bij de Chief Technology Office van de Gemeente Amsterdam Sigrid Winkel en Aik van Eemeren leggen uit wat Future Gov is. Future Gov gaat over het herontwerpen van de overheid. Dat betekent vooral vragen stellen. Over ongemakkelijke waarheden. Om een nieuw repertoire aan instrumentarium, gereedschappen en netwerken vorm te geven om wicked problems op te lossen.
En vervolgens: experimenten doen om nieuwe manieren van werken daadwerkelijk toe te passen; lessen vertalen van die experimenten naar de organisatie; zorgen dat we de komende jaren als organisatie in transformatie gaan en zorgdragen voor een framework, ontwerp en guiding principes en verbinding naar de verschillende opgaven in de stad.
Zoals bijvoorbeeld armoede. In Amsterdam leeft naar schatting 20-25 procent van de huishoudens in armoede (130.000 huishoudens). Er is 90 miljoen euro budget beschikbaar om daar iets aan te doen. Hier is Future Gov mee aan de slag gegaan: door in gesprek te gaan, is inzicht verkregen in van de leefwereld van de Amsterdammer, en waar dat vaak niet matcht met onze systeemwereld.
Vervolgens is een groep van ambtenaren en bedrijfsleven, startups, wetenschap bij elkaar gehaald om vanuit perspectief van 2025 tot nieuwe oplossingen te komen. Door continu feedback op te halen bij de Amsterdammer bij onze productontwikkeling, worden we geconfronteerd met onze eigen aannames: Zij kunnen niet sparen, zij willen niet sparen. Met als resultaat: Producten die aansluiten bij de behoefte van de Amsterdammer.
Hieruit zijn drie concepten geboren die nu in de praktijk gebracht gaan worden. IamConnected: alle Amsterdamse minima hebben toegang tot het internet en zijn digitaal vaardig; Tommy: financieel beheer voor mensen met een cognitieve beperking, met als doel het gevoel van autonomie en zelfredzaamheid te vergroten; sparen Loont; Laagdrempelig sparen voor mensen die net uit de schuldhulpverlening komen met als doel het realiseren van een gedragsverandering.
Inzicht #6: Van data naar maatschappelijke waarde
In inzicht #6 houdt Mark Frequin, directeur-generaal Bereikbaarheid bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu een interview met Tjark Tjin-A-Tsoi, directeur-generaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Een gesprek over positie van het CBS in het kennislandschap, het duiden van data, de impact van innovatie op het werk van het CBS en de persoonlijke blik van Tjin-A-Tsoi op innovatie bij de overheid. Ook het CBS staat onder druk om efficiënter en zuiniger te werken. Dat is prima, aldus Tjin-A-Tsoi, want dat gebeurt in het bedrijfsleven ook. Maar als je van big data een beleidsprioriteit maakt, vraagt dat investeringen. De rol die het CBS kan spelen blijft volgens hem onverminderd groot. Data zijn weliswaar gesocialiseerd en gedemocratiseerd, maar de behoefte aan official statistics, aan kwalitatief hoogwaardige gegevens blijft.
Er verandert veel in het werk van het CBS. Ouderwetse vragenlijsten zijn door de datarevolutie overbodig. En door decentralisaties groeit de vraag naar data-analyses op regionaal en lokaal niveau. Een uitdaging is om data van andere organisaties te gebruiken. Die zijn immers verzameld en opgeslagen voor doelen die niet die van het CBS zijn.
Bij innovatie weet je nooit waar je uitkomt, zegt Tjin-A-Tsoi. Dat is nooit uit te tekenen. Kan dat wel, dan is er geen sprake van innovatie. Miskleunen horen er ook bij, maar afhankelijk natuurlijk van het type fouten dat je maakt. Bedrijven als Boeing zijn zeer innovatief maar leveren ook kwaliteit af. Het kan samen dus gaan!